3.7 Bijzondere manoeuvres

Examenonderdeel: BIJZONDERE MANOEUVRES

Essentieel zijn:

  • voertuigbeheersing
  • kijkgedrag
  • voor laten gaan

Er bestaan 4 soorten manouvres:

Een stopopdracht (op zo’n manier dat daarna weer weggereden kan worden)

Een stopopdracht kan zowel aan de linker- als rechterzijde van de weg worden uitgevoerd.

Hierbij is het noodzakelijk te stoppen achter een ander voertuig op zodanige wijze dat daarna vooruit weer weg gereden kan worden, dus zonder eerst weer achteruit te moeten rijden.

Een omkeeropdracht (naar eigen inzicht de tegengestelde richting gaan volgen)

Hierbij mag niet worden gekeerd in een andere straat of omgereden! Dus niet de zijstraat inrijden, daar keren en terug rijden.
Wel mag je gebruik maken van een andere straat, parkeervakken of een uitrit. Niet een privéterrein gebruiken a.u.b.
Een halve draai als er ruimte is heeft de voorkeur.
Lukt dat niet , dan gebruik maken van ‘keren door middel van steken’ of  ‘het bochtje achteruit’.

Een parkeeropdracht (zo dicht mogelijk bij een bepaald object)

Dat kan een perceelnummer zijn, de stofzuiger bij het benzinestation, de geldautomaat, het winkelcentrum, etc.
Let op: Er KAN gevraagd worden dit achteruit te doen. Dus parkeren in file of achteruit een parkeervak in.

– Incidenteel zal de hellingproef worden gevraagd.
Deze moet je met en zonder handrem uit kunnen voeren.

In de rijopleiding leer je alle varianten, dus b.v. parkeren in file voor- en achteruit, vakparkeren, parkeren op een helling, etc.
Bij het keren leer je dan b.v. ook d.m.v. steken, maar de examinator vraagt het je nooit het zo te doen. Wel zou het kunnen dat het maar op een manier kan.

Waar je precies op wordt beoordeeld is het volgende:

1.) Voertuigbeheersing.

Zorg ervoor dat je onder alle omstandigheden de controle over je voertuig houd. Dus niet tijdens een oefening opeens heel hard tegen de stoep aankomen of de stoep oprijden.

2.) Kijkgedrag.

De bijzondere manoeuvres zijn bijzondere manoeuvres waarbij je het overige verkeer (dus ook voetgangers!) voor moet laten gaan.
Om die reden heb je een extra kijkverplichting!

3.) Voor laten gaan.

Zoals hierboven vermeld moet je al het overige verkeer voor laten gaan. Dit is verkeer van alle kanten, dus ook bij het indraaien als je file gaat parkeren en er komt een tegenligger aan bijvoorbeeld. Denk niet: “die kan er gewoon wel langs tijdens mijn oefening”. NIET DOEN!

4.) Praktische aanpak. Welke strategie volg je bij de uitvoering van de opdrachten?

p.s. Voertuigcontrole (binnen en buiten de auto) valt ook onder de bijzondere manoeuvres.
Je kunt niet uitsluitend zakken op deze voertuigkennis.